Kuala Lumpur 'The garden city of lights' of ook wel kort KL. Een stad om in te verdwalen tussen alle wolkenkrabbers. Ongeveer 33% van de bevolking van Maleisië is van Chineze afkomst en 10% van Indiase afkomst. Hindu of moslim, iedereen leeft hier in harmonie met elkaar. We landen rond 11 uur 's avonds in Kuala Lumpur. Het is ongeveer een uur rijden met de taxi naar het hotel, wat midden in het centrum ligt. Wanneer we bijna de stad bereiken is het al middernacht en zie ik de hoge wolkenkrabbers in de verte. Aangekomen bij het hotel, checken we in en nemen de snelle lift naar de 33e etage. Dit voel ik direct aan mijn oren. De hotel kamer is ruim en er is zelfs een wasmachine en magnetron aanwezig. Wanneer ik naar het raam loop en de vitrage opzij schuif, zie ik de prachtige verlichte Petronas Twin Towers en in de verte ook de KL Tower. De auto's die ik op de snelweg zie rijden zijn zo klein vanaf hier, het lijken wel speelgoed autootjes. Ik snap Jurgen waarom hij dit hotel heeft gekozen, dit uitzicht is prachtig! De volgende morgen nemen we een Grab voor een paar euro naar de Petronas Twin Towers. Het is indrukwekkend om deze torens van dichtbij te zien, pas dan besef je eigenlijk hoe hoog ze zijn. Volgens Wikipedia 452 meter en was dit tot 2004 het hoogste gebouw van Maleisie. Nu is zij verlagen door wolkenkrabber Merdeka 118 die tegenoverstaat met maar liefst 644! Het winkelcentrum ligt aan de voet van de twin towers en we besluiten daarheen te gaan. Onze missie is eerst een telefoon winkel zoeken voor een locale simkaart. Dit is even zoeken want deze shopping mall is zo groot als een voetbalstadion. 'Level 4 Electronics'. Ja ik daar zie ik een telefoonwinkel, mooi! We hebben een oude telefoon meegenomen op reis als reserve, wel zo handig en geen gezeur met een nieuw nummer. Je kunt dan gewoon de hotspot aan zetten. We hebben pas ervaren dat een simkaart toch wel zo handig om bijvoorbeeld een Grab te bestellen. Dit scheelt een hoop onderhandelen met de locale taxichauffeur die vaak een veel te hoge prijs vraagt. Fijn om zo nu en dan internet te hebben wanneer je het nodig hebt. Na een bezoek aan het winkelcentrum gaan we naar het Aquarium, dit is niet ver hiervandaan. We kopen een kaartje en lopen naar de ingang. Jeetje, wat een drukte! Het is vandaag een nationale feestdag en de locals zijn ook lekker op pad met hun kids. Dat hebben wij weer! Ach het is al goed.. we wormen ons er af en toe tussen om een glimp te kunnen zien van de zeedieren. Een stuk verder lopen we de onderwarertunnel in, waar grote roggen en haaien boven ons zwemmen prachtig! Het is net Blijdorp, maar dan 11 duizend kilometer verder. In de avond gaan we naar Jalan Alor food street. Chinees, koreaans en maleisisch eten. De keuze is er reuze! De straat staat vol met kraampjes. De penetrante geur van durian komt ons tegemoet als we langs een kraam lopen waar ze deze vrucht schoonmaken en verkopen. Niet voor niets dat deze verboden zijn in hotels en openbaar vervoer. Neem schimmelkaas, vla en knoflook, mix deze door elkaar en de smaak komt aardig in de buurt. We hebben durian geproefd in Indonesië en dit blijf je echt de hele dag opboeren, bah! Ook hier in Maleisië is het populair. Nee, voor ons geen durian meer, maar proeven en proberen zullen we (bijna) alles! We kiezen voor een kraampje wat ons direct opvalt. 'Fat Brother' Fried & BBQ. Allerlei verschillende soorten vis, vlees en groenten en dat alles op een satéprikker há! We krijgen een bakje en mogen kiezen. Tot mijn verbazing zie ik zelfs een hele rog aan een satéprikker gerijgt, die aziaten zijn gekkies! Ik ga voor de chicken en porksate en nog wat champignons en brocolli op een prikker. De man achter het kraamje gooit het op de bbq en niet veel later staat het bord op tafel. Een beetje saus erover en het smaakt heerlijk, streetfood is echt top! De volgende morgen vertrekken we al vroeg met een Grab richting de Batu Caves van Kuala Lumpur. Het is niet ver rijden van het hotel. Wanneer we er bijna zijn is het Hindu beeld van 43 meter hoog niet te missen en is daarmee het hoogste beeld in Maleisië. We lopen de kleurijke trap van 272 treden op naar boven. Er zijn al een hoop mensen op de been, waaronder een hoop locale Indiase maleisiërs in klederdracht. Er wordt zelf een klein babytje naar boven getilt in een doek. Het voelt even alsof we in India zijn. Bovenaan lopen we de grot naar binnen en zien we de hindoeïstische tempel, in allemaal vrolijke kleuren. Overal in de grot zijn beelden van hindu goden te zien. Verderop zie ik dat het zonlicht door de opening naar beneden straalt, indrukwekkend hoe groot het hier is! De grotten zijn al zo'n 400 miljoen jaar oud en thuis voor de makaak apen die hier rondlopen en van de locals bananen gevoerd krijgen. Het zijn brutale apen en niet bang voor mensen. Ik zet toch liever een pas naar achter. Genoeg verhalen die vertellen hoe agressief ze kunnen en bijten. En rabiës willen we natuurlijk niet! Vroeg in de avond lopen we naar Urban Marketplace, het begint een beetje te onweren en te spetteren maar het valt mee. Ieder weekend staan hier Foodtrucks op het plein met keuze uit van alles. We bestellen hier een mango juice, een bak mie goreng, frietjes met kaassaus en oreo churos.Nee we eten niet altijd gezond, dat hoeft ook niet want we zijn op reis en we passen ons aan wat er te koop is. Wanneer we reizen en veel onderweg zijn, leven we vaak van een rol koekjes en wat snacks die meegaan in de rugtas. In Indonesië aten we best gezond! Veel nasi en mie goreng, maar ook groentes en verse vis. 'Localfood' en dat was lekker voor een leuke prijs! Ik ben heel benieuwd naar de Maleisische keuken, maar dat zullen we snel genoeg ontdekken..Terug in het hotel kijkt Jurgen formule 1 op zijn telefoon. Ik maak een kop thee en zet een stoel voor het grote raam en dim het licht. Ik wil nog even wegdromen van het uitzicht. Al die lichtjes van de wolkenkrabbers in het duister, het is magisch! Morgen moeten we vroeg op want dan vliegen we ons volgende avontuur tegemoet, op naar Borneo.